Wat Trump-stemmers ons leren over loopbaantrots, werk en identiteit

Door Peggy De Prins & Sofie Jacobs*

Donald Trump blijft wereldwijd verbazen door conventies te doorbreken en gevestigde verwachtingen uit te dagen. Achter zijn politieke succes schuilt echter een breder maatschappelijk verhaal. Wie zijn de mensen die hem steunden, en welke gevoelens – ook ten aanzien van werk – liggen daaraan ten grondslag? Deze vragen zijn niet alleen relevant om het fenomeen Trump te begrijpen, maar ook omdat ze ons iets leren over bredere dynamieken van trots, werk en identiteit — dynamieken die evenzeer herkenbaar zijn in Europa.

Tweederangsgevoel

De Amerikaanse sociologe Arlie Hochschild biedt een interessante kijk op deze vragen. Zij was in de jaren negentig grondlegger van het concept emotional labour om aan te geven dat ‘zorgen voor’ ook gewoon ‘werken’ is en niet zoiets dat vrouwen gewoon van nature doen. Haar werk maakte duidelijk hoe werknemers een soort ‘tweederangsgevoel’ kunnen ervaren in hun job: wat ze doen is essentieel, maar het blijft vaak onzichtbaar en krijgt weinig maatschappelijke erkenning.

Vandaag past Hochschild (2024) een soortgelijke redenering toe op andere beroepsgroepen. Ook daar zien we dat werknemers een ‘tweederangsgevoel’ kunnen ervaren, zeker wanneer hun inspanningen onvoldoende maatschappelijke erkenning krijgen. Het gaat hierbij in haar werk niet zozeer meer om de zorgwerknemers (die doorgaans een Democratisch profiel hebben), maar eerder om de grote groep van pragmatische beroepen waar resultaten en techniek centraal staan. Denk aan blue collars, maar ook aan bedrijfsleiders, ingenieurs en technische, financiële en salesprofielen: de zogenaamde ‘doeners’. Hun aandeel is zeer groot in het Trump-kamp. Bij de Democraten zien we dan weer meer sociaal, creatieve of academisch beroepen terug. Beroepsprofielen waarbij resultaten veel vager zijn. Zij worden de ‘denkers’ of ‘dromers’ van de arbeidsmarkt genoemd.

Stolen pride

Het gevoel van stolen pride kun je zien als een versterkte vorm van dit tweederangsgevoel. Doeners ervaren het wanneer zij in de rij staan voor de American Dream, maar voelen dat ze overgeslagen worden. Ze ervaren dat anderen (lees: minderheden en kansengroepen) voorrang krijgen, terwijl hun eigen zorgen genegeerd worden. Trump wordt door hen gezien als iemand die deze gevoelens van frustratie en gedeukte trots begrijpt en benoemt.

Trotsparadox

Naast stolen pride introduceert Hochschild tevens het concept van de trotsparadox. In Amerika is succes dé heilige graal, en volgens de Republikeinse visie bereik je dit bij voorkeur als individu. Wie slaagt, schrijft dit toe aan eigen inspanningen. Maar dezelfde logica slaat om in het tegendeel wanneer het minder goed gaat. Wie niet slaagt, wordt geacht de schuld bij zichzelf te zoeken en ervaart schaamte of het stigma van een ‘loser’.

De paradox is dus dat hetzelfde ideaal dat mensen trots en erkenning kan geven, hen tegelijk kwetsbaar maakt voor schaamte en frustratie. Trump boort deze structurele schaamte aan met zijn retoriek en roept op om te allen tijde terug de rug te rechten. Of zoals Marc Buelens (2024) het in zijn recente boek over de Trumpstemmers stelt: “De enige echte loser is hij die weigert na een nederlaag de inspanningen te leveren toch nog een winnaar te worden”.

Werknemersblues

Wat betekent dit voor een Belgische, Nederlandse of Europese context? Aangenomen kan worden dat gedeukte job- en loopbaantrots ook hier realiteit zijn. In België alleen al gingen in het eerste kwartaal van 2025 al meer dan 10.000 jobs verloren door collectieve ontslagen en faillissementen. Ook de (al dan niet vermeende) impact van Artificiële Intelligentie (AI) op jobs beroert menig werknemer vandaag de dag. Volgens de ILO (2025) staat 16% van de Europese jobs onder sterke invloed van AI. Dat raakt niet alleen de zogeheten doeners, maar zeker óók de denkers.

Sociologen spreken over ‘dalingsangst’ of ’werknemersblues’ (zie bv. Dekker, 2024), concepten die in het verlengde liggen van stolen pride. Ze verwijzen naar een emotionele zwaarte die aanleiding kan geven tot polariserende gedachten en praktijken. Anders dan in Amerika, maar het feit dat het rechts-populisme ook in Europa meer en meer opgang maakt, geeft aan dat vergelijkbare dynamieken kunnen spelen op de werkvloeren hier. Voldoende reden om stil te staan bij mogelijke remedies.

Remedie 1: Waardeer het ‘gewone’ werk en niet enkel ‘uitzonderlijke prestaties’. Ook in onze samenleving wordt succes vaak gemeten aan de hand van uitzonderlijke prestaties. De nadruk ligt op zichtbare loopbaanmijlpalen, zoals promoties, persoonlijke onderscheidingen of innovatieve projecten. Toch bestaat er een stille meerderheid van werknemers in ‘gewone’ beroepen of met ‘gewone’ loopbanen, die zelden in de schijnwerpers staan, en ook de ruggengraat van onze samenleving vormen. Het erkennen van deze bijdragen, binnen organisaties en in het maatschappelijke discours, is essentieel om een gevoel van trots te behouden en een tweederangsgevoel uit de weg te gaan.

Remedie 2: Benadruk collectieve trots als antwoord op verdeeldheid. De trotsparadox legt een zware last op werknemers. Het creëert een cultuur waarin persoonlijke verantwoordelijkheid wordt overgewaardeerd en de waarde van samenwerking onderbelicht blijft. Collectieve trots benadrukt dat het niet alleen gaat om wat een individu bereikt, maar ook om de bijdrage aan het geheel. Door collectieve trots te omarmen, wordt de destructieve werking van de trotsparadox verminderd en ontstaat er een inclusieve werkcultuur waarin werknemers zich gezien en gewaardeerd voelen. Een oproep, zeg maar, om te evolueren van een ego- naar een ecocentrische cultuur. Tegelijk is het belangrijk dat falen binnen zo’n cultuur minder sterk of uitsluitend aan het individu wordt toegeschreven.

Remedie 3: Hanteer een brede kijk op loopbanen. Het gevoel van stolen pride ontstaat wanneer werk wordt beschouwd als dé belangrijkste bron van trots en identiteit. In Europa zien we dat dit idee zeker weerklank vindt, al wordt er tegelijk vaak meer nadruk gelegd op balans en een diverse invulling van het leven. Door werk te zien als een onderdeel van een breder palet aan persoonlijke bijdragen, worden werknemers weerbaarder en minder afhankelijk van werk voor hun zelfwaarde.

Tot slot

Donald Trump mag dan een Amerikaans fenomeen zijn, de onderliggende gevoelens die zijn succes mee verklaren, overstijgen nationale grenzen. Het gaat om een zoektocht naar erkenning, trots en identiteit in een wereld waarin werk vaak de spil van zelfwaarde vormt. Vanuit de assumptie dat verloren of gedeukte loopbaantrots ons kwetsbaar maakt, is het belangrijk om ons Europese verhaal over werk en loopbanen aan te scherpen: niet vanuit het Amerikaanse ideaal van individuele glorie en competitie, maar vanuit collectieve trots, erkenning van ‘gewoon’ werk en een brede kijk op loopbanen en identiteit.

 

Referenties

Buelens, M. (2024). 74.000.000 Trumpstemmers weten waarom. Antwerpen: Manteau.

Dekker, F. (2024). Fabriekswerk. Over de vergeten arbeidersklasse. Uitgeverij Van Gennep.

Hochschild, A. (2024). Stolen Pride. Loss, Shame, and the Rise of the Right. The New Press.

ILO (2025). G20 Technical Papers Artificial intelligence adoption and its impact on jobs. https://www.ilo.org/publications/artificial-intelligence-adoption-and-its-impact-jobs

 

*Beiden zijn verbonden aan de Antwerp Management School