Artikel
Editie 2004, nr. 1
Pim Paffen
Het praktiseren van management development (MD) betekent kunnen omgaan met de spanningsvelden tussen de theorie en de praktijk. En dit zijn er veel. Een eerste is de afstemming tussen de eisen van het individu en de organisatie: de uitdaging van het ronde gaatje en het vierkante blokje. Een tweede is het constant ‘overeind houden’ van het organisatiepotentieel in plaats van daaraan te bouwen. Een derde probleem is het voorspellen van de toekomst: prestaties in het verleden bepalen iemands aanstelling als manager, terwijl strategie alles te maken heeft met toekomstige scenario’s. MD is bovendien niet zonder risico`s. Een belangrijk doel is het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden voor alle medewerkers en het ontginnen en exploiteren van hun potentieel. Het is echter ondoenlijk om aan iedereen evenveel aandacht te besteden: identificatie van het grootste potentieel is dus belangrijk. Het eigendom van MD is eveneens een grote worsteling. Het risico bestaat immers dat MD een HRM-exercitie wordt, terwijl het vooral een zaak van managers en medewerkers zelf is. Overige spanningsvelden liggen op de gebieden centraal versus decentraal, confectie versus maatwerk, het organisatiebelang versus dat van het individu en de noodzaak van ervaring in verschillende ‘klimaatomstandigheden’.
Meer lezen? Download hier de pdf.
Of zoek verder in de database.