In Nederland schijnt vrijwel iedereen te weten en te accepteren dat het meestal verboden is om iemand voor een baan aan te nemen of af te wijzen (mede) op grond van huidskleur of geloof. Toch valt het te betwijfelen of men voldoende beseft dat ‘rekening houden met’ iemands geslacht of leeftijd – bijvoorbeeld ten behoeve van teamsamenstelling – even discriminerend is als het maken van onderscheid op grond van ras, geloof of seksuele geaardheid. Dat op de Nederlandse arbeidsmarkt nog te vaak verboden onderscheid wordt gemaakt blijkt onder meer uit de relatief slechte arbeidsmarktpositie van 50-plussers. Ondanks een landelijke campagne waarin de politiek en Rijksambtenaren het Nederlandse volk oproepen om in geen enkele vorm te discrimineren, lijken vooral Nederlandse overheidsinstellingen zich te bezondigen aan het maken van verboden onderscheid bij het aanbieden en aangaan van een arbeidsverhouding. De Rijksoverheid spant hierbij de kroon.