Een ‘skillspaspoort’ is in potentie een bruikbaar instrument voor een betere matching op de arbeidsmarkt. Dat vinden werkgevers. Toch voelen ze niet veel urgentie en voordat zo’n paspoort bruikbaar is, moet er nog het nodige gebeuren. Dat concluderen Hafid Ballafkih, Joop Zinsmeister en Najat Bay van de Hogeschool van Amsterdam in hun verkenning.

Interesse en ambitie

Het skillspaspoort is een innovatief idee dat de afgelopen jaren aandacht heeft gekregen binnen arbeidsmarktgeoriënteerde organen. In zo’n paspoort worden skills als kennis en vaardigheden maar ook persoonlijkheid, interesse en ambities opgeslagen. Als dit op een eenduidige manier gebeurt, is het eenvoudiger een goede match tussen werknemer en werkgever tot stand te brengen, zo is de gedachte. Daarmee kan het de transitie, mobiliteit en allocatie op de arbeidsmarkt verbeteren.

Belangrijkste aanbevelingen ten aanzien van het skillspaspoort

In het onderzoek Het Skillspaspoort: Een eerste verkenning naar de wensen, behoeftes en randvoorwaarden van werkgevers verkent Ballafkih hoe werkgevers tegenover zo’n skillspaspoort staan. Werkgevers zien potentie, zo blijkt. Over bepaalde aspecten van het paspoort zijn ze enthousiast, en ze vergelijken die met bestaande onlineplatforms. Tegelijkertijd voelen ze geen urgentie om ermee aan de slag te gaan. Ze zien het paspoort meer als een (digitaal) hulpmiddel om standaardgegevens in op te slaan dan als een middel om kandidaten beter te kunnen vergelijken. Op dat vlak vertrouwen ze liever op het sollicitatiegesprek, omdat ze daarin betekenis geven aan de competenties van sollicitanten.

Privacy en kosten

Hoewel werkgevers de voordelen zien van een paspoort, weten zij nog niet zeker of zij zullen investeren in een paspoort. Zij hebben nog veel vragen die gerelateerd zijn aan eigenaarschap, privacy, kosten en validatie, naast allerlei andere wensen en randvoorwaarden die onbeantwoord blijven. Dat zijn vragen waarop geen eenduidig antwoord bestaat, omdat het paspoort in ontwikkeling is en eigenaarschap ontbreekt. Ballafkih concludeert onder meer dat werkgevers in het denken over het skillspaspoort uitgaan van de ontwikkelingsbehoeften van de organisatie, terwijl de filosofie achter het skillspaspoort uitgaat van de ontwikkelingsbehoeften van werknemers. Dit kan op gespannen voet met elkaar staan. Werkgevers zien het vastleggen van competenties als potentieel gevaar omdat het de zichtbaarheid van goede werknemers vergroot. Dit zou tot ongewenste uitstroom kunnen leiden. Dus is het inzicht dat het skillspaspoort kan verschaffen vooral wenselijk is voor werknemers die mogelijk uitstromen, aldus de onderzoekers.

Onbekend

Overigens is een groot deel van de werkgevers niet bekend met het skillspaspoort of de filosofie erachter. De discussie erover vindt plaats in een relatief kleine kring, aldus Ballafkih. Die kring bestaat voornamelijk uit onderzoekers en een gering aantal (middel)grote werkgevers en sector overstijgende instituten. Kleinere organisaties zijn niet betrokken, wat jammer is omdat zij vaak andere problemen en uitdagingen hebben op de arbeidsmarkt.

Auteurs

Hafid Ballafkih, Joop Zinsmeister & Najat Bay zijn werkzaam bij de Hogeschool van Amsterdam, respectievelijk als Lector Arbeid en Human Capital in Transitie, docent/onderzoeker en projectmanager en onderzoeker.
Download hier de volledige pdf