Ode aan onrust

U herkent het wel. We zijn volop in de race. Onze verlangens blazen voortdurend in de nek. Zelfs onze weekenden zijn volgestouwd met activiteiten. Door ons onrustig bestaan zijn we zoekend naar enige rust in onze baan. In die baan zijn we gemiddeld genomen bovengemiddeld tevreden en zelfs bevlogen. Vaak zelfs iets té, zoals vooral door onze partners wordt beaamd.

We werken ons niet alleen te pletter, maar staan ook onder druk. Door toenemende tijdsdruk en emotionele belasting. Sluipenderwijs en onvermijdelijk neemt die belasting alleen maar toe (WRR, 2020). Maar onder de oppervlakte schuilen drie werkelijkheden die tegelijkertijd een monster van gezapigheid dreigen te institutionaliseren.

Onderbenut

De eerste is dat veel medewerkers flink onderbenut worden. U bent er vast ook zo druk mee: lijstjes, afstemmingsoverleg, mailtjes en andere ellende. We lijken bijna niet meer toe te komen aan werkzaamheden die er daadwerkelijk toe doen. 39% van de werknemers heeft vaardigheden die niet volledig gebruikt worden in hun baan (Cedefop, 2018). Ook is er nog steeds een forse groep medewerkers bij wie nauwelijks een beroep wordt gedaan op hun probleemoplossende vaardigheden en zelfstandigheid, ook al zijn ze daartoe prima in staat (Cedefop, 2019). Onderbenutting is een schrijnende kwaal. Het houdt ons overeind, maar maakt oppervlakkig, onvoldoende lenig, behendig en veranderlustig.

En dat gebrek aan veranderlust is de tweede werkelijkheid. Vraag het een gemiddelde werknemer en hij zal erkennen dat er een ruim ontwikkelingsaanbod is. Hij zal daar waardering voor uitspreken. Maar vraag dóór hoe daarvan gebruik wordt gemaakt en het antwoord is bedroevend. Een belangrijke oorzaak is de inhoud van onze baan. Meer dan 80% (!) van de medewerkers ervaart een baan waarvoor geen extra scholing nodig is om het werk goed te blijven doen (SCP, 2019). En niet iedereen heeft een leidinggevende die confronteert met nieuwe uitdagingen. Zo’n 60% van die leidinggevenden vindt dat skills die nodig zijn voor een baan niet snel veranderen of zelfs helemaal niet veranderen.

Vinkjes en resets

De derde werkelijkheid is onze ongemakkelijke relatie met techniek, die als ontmenselijkte technologie steeds vaker en dieper doordringt in ons dagelijkse werk. Techniek kan ons bevrijden van zwaar en geestdodend werk. Maar we laten ons er regelmatig door overvallen en domineren (Wolffgramm, Corporaal & Van Riemsdijk, 2021), met als gevolg dat we uren bezig zijn met vinkjes en resets. Technologie als een soort dwangbuis voor het behalen van mechanistische perfectie en snelheid dreigt. Maar, zoals Ruskin al stelde, mensen zijn niet bedoeld om met de precisie, nauwkeurigheid en perfectie van techniek te werken.

De drie geschetste werkelijkheden – onderbenutting, te weinig veranderlust en de gelaten houding ten opzichte van technologie – beïnvloeden en versterken elkaar. Ze leiden ons af van dat prachtige ambachtelijke kenmerk van arbeid. De Nederlandse kalligraaf Noordzij formuleerde dat heel treffend: de ambachtswerker neemt risico, hij vindt zichzelf continu opnieuw uit. Zijn ruwheid, botheid, roekeloosheid en onvermogen zijn de kern van zijn werk.

Eisen stellen

Ik kan me op de arbeidsmarkt geen groter leed bedenken. Het geluk met onze comfortabele baan. Steeds meer medewerkers werken een uitdijend takenlijstje af met de mechanische perfectie van een drukpers. Dat kunnen en moeten we als HR-professionals doorbreken. Op de eerste plaats door wat minder te wijzen op die eeuwige eigen regie. Oefening in lenigheid en behendigheid is ongemakkelijk. Vaak zelfs pijnlijk. Het vraagt het verleggen van grenzen die men zelf niet altijd wil verleggen of kan doorzien. Dat levert een belangrijke verantwoordelijkheid op voor de HR-professional en de lijnmanager. Je moet zeker weten dat je de juiste dingen van mensen vraagt en hen de juiste kant opstuurt. Dat doe je door eisen te stellen, met slimme i-deals en (loopbaan)begeleiding én door hen te confronteren met onbehagelijke uitdagingen.

Op de tweede plaats eist het dat de HR-professional zich meer met techniek bemoeit. Actief bijdragen aan de realisatie van de broodnodige digitale transformatie of de samenwerking tussen mensen en robots. Zeker nu techniek zich snel ontwikkelt, moet je op de rug van techniek springen, vastgrijpen en meerijden. Onze professie is het beste van alle managementdisciplines in staat om bij te dragen aan een meer mensgerichte techniekimplementatie, waarin menselijke kwaliteiten én technische kwaliteiten elkaar versterken. Zo’n insteek verbetert de techniek zelf en houdt hem op de juiste plaats, namelijk in dienst van de mens. Techniek kan ons werk verbeteren als we het naar onze eigen wensen weten in te zetten.

Kneden, niet smeden

Op de derde plaats eist het een actievere, veranderingsgezinde insteek gericht op interventies in de dagelijkse werkpraktijk. Wat minder vertrouwend op de instrumentenkoffer met gesprekscyclusformulieren, competentiematrixen en kpi’s. Veranderlustige medewerkers moet je kneden, niet smeden. Gedoseerd in het werk onrust aansteken. Door stevige eisen. Door die ongevraagde overval met nieuwe leermogelijkheden. Maar ook met veel beheersingsmogelijkheden. Groeibanen dus. Werk waardoor mensen wat meer op hun tenen gaan lopen. Werk waarin het prachtige uitvinderstalent en het risico van vakmanschap worden bedreven. Werk met voldoende dissonantie om dat beroep op snelheid en mechanistische perfectie (zoals u bijvoorbeeld ziet bij die oranje maaltijdbezorgers) te temperen.

Zeker, die insteek leidt tot onrustige medewerkers. Maar dat is niets afschrikwekkends. We zijn rusteloze, verlangende wezens en weten geen raad met verveling. Onder de juiste omstandigheden leidt onrust tot kennis, vrijheid en verandering. Het maakt ons lenig en behendig. In deze onrustige tijden is die onrust daarom een basisvoorwaarde voor kwalitatief hoogwaardige arbeid. En ik gun dat iedereen. Juist degene die dat niet uit zichzelf opzoeken, zoals ikzelf. Want kom op, hoe houd je jezelf staande in deze onrustige tijden als je een vat vol tegenstrijdigheden bent en toch al zo druk bent met die oneindige to-dolijst? Een beetje professionele hulp is dringend gewenst om de dreiging van het monster van gezapigheid te verslaan.

Stephan Corporaal is lector Human Capital op Saxion.
Zijn volledige lectorale rede over onrustige medewerkers is te downloaden vanaf deze website.

Literatuur
Cedefop (2019). European Company Survey 2019: Workplace practices unlocking employee
potential
Hall, D. T., & Heras, M. L. (2010). Reintegrating job design and career theory: Creating not just good jobs but” smart” jobs. Journal of Organizational Behavior, 31(2/3), 448-462.
Sociaal Cultureel Planbureau (2019). Grenzen aan een leven lang leren. Den Haag: SCP
Wolffgramm, M.R., Corporaal, S. & Van Riemsdijk, M.J. (2021). De robotarm als collega. Aan de slag met mensgerichte techniek-implementatie. Tijdschrift voor HRM.
WRR (2020). Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Meer lezen? Klik hier voor onze andere columns, en hier voor onze nieuwe artikelen!