25 jaar
Op 21 maart 1998 verscheen het eerste nummer van het Tijdschrift voor HRM. Dat is nu dus precies vijfentwintig jaar geleden. 25 jaar! Voor sommige redactieleden voelt het nog als gisteren, maar voor recent afgestudeerde HR-professionals en zeker voor studenten HRM is het een oneindigheid geleden. In dat jaar moesten zij misschien zelfs nog verwekt worden… Je zou denken dat er in die 25 jaar veel veranderd is, maar de werkelijkheid is wat genuanceerder.
Terugbladerend in de eerste jaargangen van het Tijdschrift valt op, dat de meeste thema’s waarover we publiceerden, nu nog steeds actueel zijn. Employability, leren en ontwikkelen, flexibilisering van arbeidsrelaties, arbeidsomstandigheden en werkdruk, waren toen relevant en zijn dat nog steeds. De terminologie is soms wel veranderd. In plaats van emancipatiegericht personeelsbeleid spreken we nu van diversiteitsbeleid, de term taakgroepen wordt niet of nauwelijks meer gebruikt, maar de term zelfsturende teams nog volop, we hadden het nog niet over duurzame inzetbaarheid, maar over levenslange inzetbaarheid en leeftijdbewust personeelsbeleid. Ook de term talentmanagement moest nog worden gemunt, maar over vinden en binden van talenten werd al wel geschreven.
Natuurlijk waren en zijn er wel tijdgebonden onderwerpen. Zo hebben we recent enkele artikelen gepubliceerd over HRM en corona. Eind jaren 90 was het de 36-urige werkweek die ons bezighield. Maar dit zijn uitzonderingen. Wat kunnen we hieruit concluderen? Het voert te ver om daar op deze plaats diep op in te gaan, maar het is zeker de moeite waard om nog eens nader te analyseren.
Papier
Het Tijdschrift kende in 1998 (uiteraard) alleen een papieren versie. Het internet stond nog in de kinderschoenen. De boekjes hadden een opvallende rode kaft met een witte en gele opdruk en werden uitgegeven door Samsom. Deze uitgeverij maakte al deel uit van Kluwer, en in 2001 verscheen die naam op de kaft. We werden begeleid door een enthousiaste uitgever, Wim Nijmeijer, die er met een telefonische marketingactie voor zorgde dat we van start konden gaan met 750 abonnees.
Het redactioneel van het eerste nummer opende met de vraag ‘Waarom een Tijdschrift voor HRM?’ Voor het antwoord werd daarin onder meer verwezen naar een van de artikelen: Joep Bolweg van Berenschot stelde ‘dat de praktijk van het sociaal beleid complex, turbulent, zeer veel omvattend, maar zeker ook boeiend van aard is’. Het is lang geleden dat we de term sociaal beleid (in dit verband) nog hebben gehoord, maar het overige is onverminderd waar. De HR-professional anno 2023 wordt nog steeds geconfronteerd met een turbulente omgeving, die alleen maar complexer is geworden met snelle technologische ontwikkelingen, voortdurend veranderende wetgeving, hoge eisen aan organisaties, een veelal forse marktdynamiek, grote fluctuaties op de arbeidsmarkt et cetera. De noodzaak van het bestaan van het Tijdschrift voor HRM is dan ook absoluut niet minder geworden; eerder integendeel. Want de thema’s mogen dan grotendeels hetzelfde zijn, de achterliggende problematiek verschilt en we hebben (hopelijk) geleerd van eerdere ervaringen.
De belangrijkste reden voor het oprichten van het Tijdschrift was de, uit onderzoek gebleken, kloof tussen theorie en praktijk. Op universiteiten werd onderzoek gedaan naar het HR-management in bedrijven en instellingen, maar de praktijk nam hier nauwelijks kennis van. Een van de oorzaken was, dat er geen gedegen medium was voor HR-professionals met Nederlandstalige artikelen. Er waren wel vakbladen op dit terrein, maar daarin werd zelden – op een voor de praktijk toegankelijke wijze – verslag gedaan van wetenschappelijk onderzoek. Ook niet als dat (juist) voor de praktijk relevant was. En het lezen van buitenlandse tijdschriften was (en is) voor de meeste HR-professionals een brug te ver; al is het maar door tijdgebrek.
Missie
Daarom hebben wij destijds als missie geformuleerd: het leveren van een bijdrage aan de professionalisering van het personeelsmanagement in Nederland en Vlaanderen. We slaan een brug tussen theorie en praktijk, tussen wetenschap en beleid. Aan die missie is de afgelopen vijfentwintig jaar niets veranderd. De behoefte aan evidence based beleid en aan bewezen bruikbare oplossingen van vraagstukken vanuit de praktijk is niet minder geworden. Wat we wel zien is dat de wetenschap dichter naar de praktijk is gekropen. Van wetenschappers wordt in toenemende mate verwacht dat hun onderzoek maatschappelijk relevant is. Dat impliceert dat (de resultaten van) hun onderzoek toegankelijk moeten zijn voor de praktijk. Het Tijdschrift voor HRM biedt daarvoor het podium.
Het is verheugend te constateren dat deze ontwikkelingen ertoe hebben bijgedragen dat de redactie steeds meer artikelen spontaan krijgt toegezonden. In het verleden moesten we nogal eens trekken en sleuren om een wetenschapper ertoe te bewegen om zijn onderzoek bij ons te publiceren. Het leverde immers onvoldoende credits op. Daarvoor moest je publiceren in international journals, liefst met een A-rating. Het ging om de punten, onder het motto publish or parrish. Dat begint minder te worden, onder meer doordat veel universiteiten het systeem van Erkennen en waarderen hebben omarmd. De universiteit heeft de praktijk ontdekt, en niet alleen als een plek waarop je onderzoek doet, maar ook waarvoor je onderzoek doet. Wat ook heeft bijgedragen is de ontwikkeling van lectoraten op hogescholen. Daar staat het praktijkgericht onderzoek centraal en is internationaal publiceren niet vereist. Dat werpt duidelijk zijn vruchten af: voor de praktijk, voor de student, voor de docent, en dus ook voor ons.
Open access
Nog even terug naar het verleden. Kluwer verdween als onze uitgever, Hans van Vliet – zelf ook afkomstig van Kluwer – nam ons blad vanaf 2005 over. Maar de tijden in uitgeversland veranderden, vooral onder invloed van digitalisering. Het Tijdschrift ging daarin mee: vanaf 2010 verschenen de artikelen en de andere bijdragen ook op internet. Maar de digitalisering had ook een schaduwkant. Het aantal abonnees nam gestaag af, zodat het uitgeven van ons Tijdschrift voor de nieuwe uitgever na een aantal jaren geen perspectief meer bood. In 2014 verzelfstandigden we, waarbij de papieren uitgave verdween. We kozen voor open access; iedereen, HR-professionals, studenten HRM en docenten, moest zonder (financiële) drempels kennis kunnen nemen van onze artikelen. Dankzij onze partners – uit het onderwijs, het bedrijfsleven en de beroepsvereniging NVP – kunnen wij dat realiseren.
De keuze voor open access was een goede. We liepen en lopen daarmee voorop. Op universiteiten is hier nog altijd veel gedoe over én strijd met de grote uitgeverijen van academische publicaties. Voor het Tijdschrift voor HRM is dat allang een gepasseerd station, met als resultaat dat we daardoor onze missie, ook na 25 jaar, nog altijd kunnen waarmaken. Daar zijn we best een beetje trots op.
Marian Thunnissen – hoofdredacteur
Ritchie de Blieck – uitgever
Willem de Lange – voormalig hoofdredacteur en uitgever