Ethisch werken: ‘Niet berusten, maar blijven zoeken naar hoe het anders, beter, duurzamer kan’
Rogier van der Wal is op 26 oktober 2023 geïnstalleerd als lector Ethisch Werken aan Fontys Hogeschool.
Uw Lectoraat richt zich op het bevorderen van moreel verantwoord werken binnen het onderwijs en organisaties. Moreel verantwoord werken is een breed begrip. Hoe luidt uw definitie?
Ik zie het als het vergroten van de bewustwording dat werk altijd ook een normatieve kant heeft, en dat je daarin keuzes hebt die je als professional kunt proberen zo weloverwogen mogelijk te maken. Dat het daarvoor essentieel is dat binnen organisaties over morele vraagstukken open en eerlijk wordt gesproken en dat je wordt uitgenodigd om daarin je rol te spelen, om samen te leren en het handelingsrepertoire te vergroten. Je morele kompas biedt houvast om op te navigeren, je koers te bepalen en te houden. Uiteraard zonder de pretentie dat er altijd maar één juiste richting is. Hoogleraar Corporate Governance bij TIAS Mijntje Lückerath heeft de metafoor van de morele weegschaal gesuggereerd: die kun je gebruiken om morele normen, waarden, gevolgen en belangen te wegen en zo te bepalen wat in een bepaalde situatie moreel gepast is.
U heeft een brede studieachtergrond (doctoralen Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, Filosofie, Oudheidkunde en Algemene Letteren van de Vrije Universiteit in Amsterdam, en later ook nog een master Bestuurskunde). Ook uw carrière kenmerkt zich door uiteenlopende opdrachten (van docent onderzoeker tot kennisverbinder bij de overheid). Wat bracht u op het pad van ethiek op de werkvloer? En wat vindt u het meest boeiende onderwerp op dit vlak?
Ik ben ooit begonnen met de studies Klassieke Talen en Filosofie, met daarbij een voorkeur voor de praktische aard van de Romeinen. Die pasten ze ook in de filosofie toe, waarbij ze eigenlijk het pad dat Socrates ooit in Athene al gebaand had – geen hoogverheven speculatie, maar aan gesprekspartners concrete vragen stellen en daarmee samen proberen tot de kern te komen – vervolgden. Het leuke is dat die klassieke Romeinen die wij kennen als filosoof, zoals Cicero, Seneca en Marcus Aurelius, allemaal hun filosofische belangstelling combineerden met andere zaken, zoals de politiek, welsprekendheid of het besturen van een wereldrijk. Die veelzijdigheid heeft me altijd aangesproken, en ook wel geïnspireerd. En die mindset is van alle tijden: recent heb ik een prikkelend nieuw boek gerecenseerd van een Utrechtse medicus over combifuncties, hoe je in de medische sector meerdere dingen naast elkaar kunt doen. Dat heb ik zelf in mijn eigen werkzaamheden ook altijd gezocht en is me prima bevallen. Het houdt je scherp en fris en brengt hele interessante mensen, organisaties en vraagstukken op je pad.
Ethiek is iets wat elke dag op je pad komt, het leven zit er vol mee en als je er oog voor hebt, kun je het letterlijk overal tegenkomen.
De titel van uw lectorale rede luidde “Ethiek onder constructie”. Dit is een prikkelende titel die doet vermoeden dat we nog maar pas begonnen zijn met dit onderwerp. Wat is uw kijk hierop en wat is er volgens u onder constructie?
Die titel is inderdaad niet zomaar gekozen. Ethiek is iets wat elke dag op je pad komt, het leven zit er vol mee en als je er oog voor hebt, kun je het letterlijk overal tegenkomen. Dus als mensen het beschouwen als iets dat ver van hun bed staat, dat abstract of hoog-over is, dan gaat er iets niet goed en daar kunnen én moeten we dan snel iets aan doen, want anders lopen we elke dag kans op ongelukken. Tegelijk is ethiek als studie naar onze moraal en gewoonten ook nooit af, want onze normen en waarden zijn niet statisch maar dynamisch en dus voortdurend aan verandering onderhevig. Bovendien is het zinnig om je bewust te zijn van de beperkingen van je eigen blik: elders in de wereld wordt er mogelijk heel anders tegenaan gekeken. Dus ethiek is iets waar we met z’n allen dag in dag uit aan werken, aan ‘weven’, vandaar: onder constructie. Met als even bewust eraan gekoppelde ondertitel: tijd voor bezinning, want dat onze tijd om ethische bezinning vraagt, staat wat mij betreft buiten kijf.
Ik las dat uw lectoraat zich richt op drie onderzoekslijnen (ethisch werken binnen organisaties, toekomstgericht ethisch werken in relatie tot grote maatschappelijke vraagstukken en effectief ethiekonderwijs). Kunt u wat meer over deze onderzoekslijnen en hun onderlinge samenhang vertellen?
Dat wil ik uiteraard graag doen! De eerste onderzoekslijn heeft als invalshoek hoe je ethisch werken kunt concretiseren en handen en voeten kunt geven. Dat willen we doen door drie concepten aan te reiken en via ons praktijkgericht onderzoek uit te werken: ethisch leiderschap, praktische wijsheid en (nieuwe) morele taal. Een ethische leider laat zien dat hij/zij belang hecht aan moreel weloverwogen handelen en geeft daarin ook het goede voorbeeld. Tevens kan hij/zij ruimte creëren om er samen aandacht aan te besteden en mee te oefenen; een ethisch leider vindt dat ook belangrijk en hecht eraan.
Praktische wijsheid is een notie die al door Aristoteles is genoemd; je zou het kunnen karakteriseren als ‘situationeel juist handelen’. Het is een begrip dat sterk in de belangstelling staat en waar we nog veel meer mee zouden kunnen doen.
En een derde aspect van deze lijn is de morele taal, die enige heroverweging verdient: wat spreekt nog voldoende aan en wordt herkend, en wat kunnen we beter anders uitdrukken, bij de tijd brengen, en hoe dan? Begrippen die mij aanspreken en die ik graag verder wil helpen verspreiden, zijn perspectivische lenigheid (een vondst van de filosoof Lammert Kamphuis), moresprudentie (gevormd naar aanleiding van het bekendere jurisprudentie, om het lerend vermogen in de ethiek te verdiepen) en intelligente ongehoorzaamheid (in plaats van al te blinde gehoorzaamheid of loyaliteit; het begrip komt overigens uit de wereld van de blindengeleidehonden).
De tweede onderzoekslijn haakt in op een uitspraak van hoogleraar Jan Rotmans die gezegd heeft dat de crises waar we momenteel mee kampen in wezen morele crises zijn. Wat opvalt als er naar de toekomst gekeken wordt, dat die vaak zo feitelijk en neutraal mogelijk gepresenteerd wordt, ook in trendverkenningen en scenariostudies: ‘stick to the facts’. Maar mij lijkt het heel relevant en interessant om het met elkaar ook (en misschien wel juist!) te hebben over welke toekomst we willen nastreven en wat daarvoor nodig is. Onze studenten hebben daar ongetwijfeld een voorstelling van, het zou mooi zijn als ze die willen delen en als we er met elkaar over in gesprek kunnen gaan waarbij ook de docenten durven kleur te bekennen: waar zitten de keuzes en afwegingen en hoe kun je die goed maken? Die normatieve, waardengeladen kant is minstens zo interessant én heel belangrijk!
De derde lijn gaat over het ethiekonderwijs (en het onderzoek daarnaar), daar kom ik hierna nog over te spreken.
In een verslag van uw inaugurele rede las ik dat u ethiek niet ziet als een apart vak, maar als een rode draad die door het hele curriculum loopt. Waarom is het belangrijk om ethiek in het onderwijs op te nemen en wat hoopt u daarmee te bereiken?
Binnen ons instituut voor HRM & Toegepaste Psychologie waren er vroeger aparte vakken Ethiek, maar die zijn in de loop van de tijd uit de studieprogramma’s verdwenen. Blijkens de verhalen was het een worsteling hoe je die vakken op een aansprekende manier verbonden kreeg met waar met name de interesse van onze studenten lag. Ik was zelf toen nog niet bij Fontys, maar heb er van de toenmalige docenten één en ander over gehoord. Vandaar dat we nu voor een andere aanpak kiezen: zoveel mogelijk in de relevante contexten de morele aspecten aan de orde stellen. In de hoop dat die dan beter herkend worden en dat het ook gemakkelijker tot handelingsrepertoire leidt. Op die manier kunnen zowel studenten als docenten er hopelijk beter mee uit de voeten en gaat de ethiek voor hen meer leven. Er is niemand die er in zijn of haar beroepsmatige én privéleven niet mee te maken krijgt, dus hoe meer mensen er weg weten met ethische vraagstukken en daar plezier aan beleven, des te beter het is.
“Eén van de belangrijkste randvoorwaarden om prettig en ethisch verantwoord te kunnen werken, is sociale en psychologische veiligheid, maar die is helaas nog lang niet overal op orde.”
Er zijn de laatste jaren legio voorbeelden geweest van waar het is misgegaan met ethische normen en waarden op de werkvloer. In de omroepwereld zagen we The Voice of Holland en De Wereld Draait Door als voorbeelden, in de sport zagen we onlangs nog de ophef over de kus aan voetbalster Jenny Hermoso. En, in het bedrijfsleven staan bij iedereen nog de voorbeelden bij van Enron, de cultuur binnen SNS property, de woekerpolisaffaire in het bankwezen en bijvoorbeeld de illegale PFAS uitstoot door Chemours. Ogenschijnlijk lijken dit verhalen met heel verschillende oorzaken. Ziet u een gemene deler in deze en andere voorbeelden en waar zitten precies uw zorgen?
Bij vrijwel iedereen komen dit soort voorbeelden als eerste naar boven wanneer je over ethiek of normen en waarden begint. Dat is tegelijk een zegen en een vloek. Het illustreert aan de ene kant perfect mijn stelling dat ethiek iets van alledag is en dat je er allemaal mee te maken krijgt. Maar natuurlijk is het risico dat dan de ‘minkant’ gaat overheersen en de positieve kant van ethiek wegdrukt. Dat levert alleen maar gedoe en trammelant op en het blijft dweilen met de kraan open. In mijn ogen doen we er goed aan ons lerend vermogen te vergroten, want nu worden dezelfde fouten wel heel vaak herhaald. Eén van de belangrijkste randvoorwaarden om prettig en ethisch verantwoord te kunnen werken, is sociale en psychologische veiligheid. Maar, die is helaas nog lang niet overal op orde. Het maakt de missie om ethisch werken te stimuleren en te bevorderen des te belangrijker. En mijn missie is om ook de positieve kanten van ethiek te belichten en daar mensen voor te enthousiasmeren.
Een Belgische politicus zei eens, “waar mensen zijn, wordt gemenst”. Kunnen organisaties werkelijk komen tot een situatie waarbij er volledig en duurzaam ethisch wordt gewerkt?
Dát er ‘gemenst’ wordt, het feit dat we verschillend zijn en er ook verschillende denkbeelden op nahouden, wat de politiek filosofe Hannah Arendt zo mooi ‘pluraliteit’ heeft genoemd, is juist één van onze kwaliteiten. Het is de kunst om die verschillen tot bloei te laten komen en elkaar te laten verrijken en daarbij de morele grenzen in acht te nemen. Dus ja, er is een ideale situatie van volledig en duurzaam ethisch werken als ‘kimpunt’, als streefdoel om naartoe te werken.Wellicht zal die nooit honderd procent te realiseren zijn, maar waar we toch goed aan zouden doen om ons er maximaal voor in te spannen.
Als een organisatie aan de slag wil met ethisch werken, waar kan ze dan het beste beginnen? En wat moeten ze absoluut niet uit het oog verliezen?
Om te beginnen: organisaties zijn verschillend en verdienen meer dan standaardrecepten. We doen er goed aan om oog te hebben voor de unieke kenmerken en kwaliteiten van deze of gene specifieke organisatie. Ethisch werken begint voor mij met onderlinge waardering en oprechte interesse in elkaars welbevinden en elkaars meningen. Hoe verschillend je als collega’s ook kunt zijn. En vanzelfsprekend mag je nooit vergeten dat het om mensen gaat. Ook als er hele formele, zakelijke kwesties spelen of meningsverschillen hoog oplopen. Uiteindelijk telt de relatie tussen mensen het zwaarst. Denk maar aan wat mensen op hun sterfbed aangeven: ze hebben er nooit spijt van dat ze te weinig gewerkt zouden hebben, maar wel dat ze hun familie en vrienden te weinig aandacht geschonken hebben. Wat je daaruit kunt afleiden is helder: kies je prioriteiten met zorg! En verlies je niet in je werk. Ook bij bazen ligt daar een verantwoordelijkheid, waarvan je gelukkig ziet dat ze die meer en meer nemen. Zie het recht om buiten werktijd geen mail- en appverkeer meer te hoeven lezen. Maar hier hebben we nog een behoorlijke weg te gaan, want op veel werkplekken is de werkdruk te hoog. Daar valt nog een wereld te winnen. Bijvoorbeeld met kortere werkweken. En het zoeken naar onorthodoxe aanpakken die meerwaarde opleveren voor zowel bedrijf als werknemers, zoals door de Corporate Rebels. Dat spreekt me ook erg aan. Ook dát zie ik als invulling van ethisch werken: niet berusten, maar blijven zoeken naar hoe het anders, beter, duurzamer kan.