Kunstmatige intelligentie (AI) wordt vaak genoemd als een veelbelovende technologie om zorgmedewerkers te ondersteunen. Maar hoe ervaren zij zelf het werken met AI? In een recent verschenen studie van Scholz et al. worden deze werkervaringen kwalitatief verkend met behulp van het Abilities-Motivation-Opportunities (AMO)-model.
De onderzoekers interviewden 21 zorgprofessionals in Nederlandse ziekenhuizen die in aanraking zijn gekomen met AI. De bevindingen tonen aan dat AI aanzienlijke invloed heeft op hun werkervaringen, zowel positief als negatief. Om AI effectief te integreren in de zorg, moeten zorgmedewerkers nieuwe vaardigheden ontwikkelen, gemotiveerd zijn om met AI te werken en voldoende mogelijkheden krijgen om zich deze technologie eigen te maken.
Motivatie en houding zorgverlener bepalend voor succesvolle implementatie AI
Niet alle zorgmedewerkers zijn even enthousiast over AI. De motivatie om met AI te werken wordt beïnvloed door de ervaren voordelen. Wanneer zij voordeel ondervonden van AI-toepassingen, raakten ze overtuigd van de positieve impact op hun werkdruk en efficiëntie. AI kan immers repetitieve taken verlichten en zorgverleners in staat stellen zich meer te richten op complexe patiëntenzorg. Tegelijkertijd blijven zorgen over de gevolgen voor hun rol en autonomie in besluitvorming aanwezig.
Daarom is het noodzakelijk dat zorgprofessionals beschikken over specifieke vaardigheden om AI-gebruik in te zetten. Alleen dan kunnen zij mogelijke fouten of ‘hallucinaties’ in AI-analyses te herkennen. Nodig hiervoor is gerichte training en educatie. Zo kunnen zorgverleners zich adequaat voorbereiden op de integratie van AI in hun dagelijkse werkprocessen.
Randvoorwaarden voor succesvolle implementatie AI
Voor een succesvolle inzet van AI binnen de zorgindustrie is het nodig dat zorgprofessionals gemotiveerd zijn om actief deel te nemen aan deze invoering. Een bottom-up benadering vergroot de kans op succesvolle en duurzame integratie. Maar daar blijft het niet bij. Voor een geslaagde adoptie van AI zouden zorgmedewerkers een beroep moeten kunnen doen op een goed ondersteuningssysteem vanuit de zorginstelling. De instellingen zelf zijn namelijk verantwoordelijk voor training, duidelijke begeleiding – het stimuleren van ervaringsgericht leren en het faciliteren van upskilling- en reskilling-programma’s – en een aanspreekpunt voor medewerkers die met AI werken, zoals ‘superusers’. Belangrijk blijft tenslotte dat de menselijke factor essentieel blijft in de zorg, en dat AI moet worden gezien als een hulpmiddel dat professionals ondersteunt, niet vervangt.
Auteurs
Dr. Frederike Scholz is Associate Professor aan de HU University of Applied Sciences Utrecht. Dr. Tina Sahakian is universitair docent aan de afdeling Human Resource Studies van Tilburg University. Valentina Rillo behaalde een Master in Human Resource Studies aan Tilburg University en is momenteel PhD-studente in Human Resource Management aan de Universiteit van Neuchâtel in Zwitserland. Dr. Maarten Renkema is universitair docent Human Resource Management aan de Universiteit Twente.
![]() |
Download hier de volledige pdf |