Factoren
Van Solinge deed onderzoek naar wie er plannen heeft te blijven werken na pensioen en wie dat ook daadwerkelijk gaat doen. Ook keek ze welke factoren hierbij een rol spelen. In de onderzochte groep had – voor de AOW-leeftijd – ruim één op de vier vage of concrete plannen om te blijven werken. Na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd bleek dat iets meer dan een op de tien nog werkte of had gewerkt na pensioen.
Van Solinge keek ook naar wat mensen doet besluiten door te werken. Ze vond dat mensen die verwachten het werk méér te zullen missen, vaker plannen hebben om na de pensionering door te werken. Ook ondersteuning voor doorwerken uit de omgeving is relevant. Vooral van de partner. Naarmate de partner doorwerken meer ondersteunt, is de kans groter dat de werknemer plannen heeft om door te werken na de AOW-leeftijd. Ondersteuning vanuit de werkgever speelt ook een rol. Mensen zijn meer geneigd door te werken als zij het idee hebben dat de leidinggevende dit ondersteunt.
Privézaak
Om meer mensen ook na hun pensioen aan het werk te hebben – part time dan wel fulltime – is het volgens Van Solinge van belang dat werkgevers hun rol niet onderschatten. Werkgevers zien pensioen vaak als een privézaak en zijn terughoudend om een gesprek over pensionering en eventueel langer doorwerken aan te gaan. Dit patroon doorbreken is een eerste belangrijke stap. Het is daarbij van belang dat het eerste gesprek niet te laat plaatsvindt. Werknemers beginnen twee tot drie jaar voor de pensioendatum na te denken over de invulling van de pensioentijd en naarmate de datum dichterbij komt, worden de plannen steeds concreter.
Auteurs
Hanna van Solinge van Zelderen is onderzoeker aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI-KNAW) en geaffilieerd met het Departement Sociale Geneeskunde van UMCG Groningen.
Download hier het volledige artikel (pdf) |