De burn-out paradox: Geschiedenis van een ongrijpbare maatschappijziekte
Besproken door Peggy De Prins
Betrap je jezelf er ook wel eens op dat je niet meer helder hebt waar het burn-outbegrip precies voor staat? Het begrip wordt immers te pas en te onpas gebruikt voor het onderbrengen en duiden van allerlei vormen van mentaal onwelzijn. Ben je vermoeid, gespannen, overprikkeld, depressief of gefrustreerd? Het lijkt erop dat we allemaal wel in enige mate symptomen van burn-out vertonen.
Het boek van Mattias van Hulle neemt de steeds uitdijende betekenis van burn-out kritisch onder de loep. Het boek is een bewerking van zijn proefschrift en kent daarmee een stevige wetenschappelijke basis. De auteur begeeft zich met het boek op sociologisch terrein door vooral in te zoomen op de maatschappelijke en eigentijdse onrust als oorzaak van burn-out. Hiermee is het boek vernieuwend en complementair aan de meer gevestigde psychologisch georiënteerde boeken en artikelen over burn-out. Voor diegenen die belangstelling hebben voor de historische evolutie van het begrip én ook open staan voor een kritische, maatschappelijke duiding van het concept, is het boek een must-read!
De ambigue betekenis van burn-out
Uitgangspunt is het paradoxale gegeven dat het concept vandaag alomtegenwoordig is, maar tegelijk uiterst ambigu blijft. Steeds meer mensen herkennen hun persoonlijke gevoelens in de beschrijving van burn-out. Het concept wordt hierdoor meer en meer opgepikt, met als logisch gevolg: een niet aflatende druk om het concept nog breder wetenschappelijk te definiëren. Hierdoor ontstaat een communicerend vat: de tijdsgeest geeft voeding aan steeds meer wetenschappelijke verbreding en vice versa.
Belang van tijdgeest
Bijzonder aan het boek is dat de tijdgeest en de maatschappelijke context als belangrijke factoren worden aangewend om de vlag en lading van burn-out door de tijd te begrijpen. Toen ik zelf startte als jong onderzoeker in de jaren negentig was het concept burn-out uitsluitend gereserveerd voor contactberoepen. Ten tijde van de witte woede (= geuzennaam die in België verwijst naar de sociale strijd van non-profitwerknemers) ging het om gevoelens van uitputting, ‘malaise’, maar ook van cynisme en depersonalisatie te kunnen benoemen. Deze gevoelens moesten eindelijk serieus worden genomen, de tijdgeest was er rijp voor, zo luidde het. Er zat een soort activistisch kantje aan het toenmalig burn-out concept.
Ook lang voor de jaren negentig was er trouwens sprake van dit soort van tijdgeest-gebonden verschijnselen. Van Hulle beschrijft in zijn boek dat er in het verre verleden verschillende aandoeningen zijn beschreven (b.v. acedia in de 4de eeuw, neurasthenie in de 19e eeuw), die sterk overlappen met burn-out vandaag. Telkens gaat het om een gevoel van uitputting, uitgelokt door de omgeving. Dat gevoel van uitputting is in zekere zin tijdloos. Maar de manier waarop het wordt geduid, is heel sterk verbonden met de tijdgeest.
Nu is een tijdgeest zelden intentioneel. Wel zorgt de tijdgeest ervoor dat op bepaalde momenten in de tijd maatschappelijke thema’s ‘oppoppen’. Zo is er volgens de auteur vandaag sprake van een ‘eigentijdse onrust’, veroorzaakt door prestatie- en competitiedruk en het ervaren van een zekere ‘ontmenselijking’ van werkcontexten. Daar komt bij dat de verantwoordelijkheid voor succes en prestatie in de huidige maatschappij meer en meer bij het individu zelf wordt gelegd. “Wie niet extreem succesvol is, ervaart dat algauw als een persoonlijk falen”, zo kopte de krant naar aanleiding van het verschijnen van het boek van Van Hulle (De Morgen, 4/10/2023). En dat gevoel is uitputtend en maakt ons op grote schaal onrustig.
Burn-out vermenigvuldigt zich
Het boek is vooral analytisch van aard en geeft weinig rechtstreeks advies voor HR-professionals. Impliciet is de boodschap wel duidelijk: de tijdgeest van vandaag betekent voor HR-professionals dat zij steeds vaker en met zeer uiteenlopende burn-outgevoelens van werknemers te maken krijgen. Er zit meer en meer inhoudelijke rek op het concept. Bovendien worden er telkens meer redenen aangehaald die burn-out voor het individu mogelijk veroorzaken. Redenen die te maken hebben met het individu (in relatie met zijn of haar privécontext), de job, het team, de leidinggevende(n), de organisatie én de maatschappij.
Gevolg: een tijdsgeest waarin burn-out(oorzaken) zich razendsnel vermenigvuldig(t)(en), maakt het zelfs de meest innovatieve HR-manager (en ook de preventieadviseurs en lijnmanagers) knap lastig. Ook een zeer robuuste welzijnsaanpak is immers zelden volledig waterdicht.
Bij wijze van voorbeeld: waar moedige organisaties nog wel kunnen trachten te anticiperen op de door de organisatie veroorzaakte prestatiedruk, ligt dit voor de maatschappelijk veroorzaakte prestatiedruk al een stuk moeilijker. Zeker wetende dat deze culturele maatstaf anders kan uitvallen naargelang het land of het continent waar medewerkers opgroeiden en/of werk(t)en. In een internationale bedrijfscontext maakt dit de vormgeving van een inclusieve welzijnsaanpak er niet bepaald gemakkelijk op.
Tot slot
Het boek van Van Hulle laat de lezer uitgebreid stilstaan bij de huidige, maar ook vroegere betekenissen van het concept burn-out. Het is een markant verhaal over een maatschappelijke zoektocht naar ‘woorden’ en ‘concepten’ die een gevoel van uitputting vatten. Voor diegenen die op zoek zijn naar concrete ‘hands on’ adviezen op het vlak van burn-out zijn er wellicht andere en betere kanalen en bronnen. Hier blijft het boek immers te veel aan de oppervlakte, iets wat de auteur trouwens zelf toegeeft (“Sociologen zijn doorgaans heel goed in probleemstellingen poneren. Met oplossingen komen lukt wat minder goed”). Wél geeft het boek een kritische lens mee om gericht op zoek te gaan naar oplossingen en remedies die verder gaan dan bijvoorbeeld de typische, ad hoc individuele ‘veerkracht-trainingen’. Het roept op om structurele oplossingen te zoeken die impact hebben, niet enkel op het individu, maar ook op zijn of haar werk-, organisatie- én ruimere maatschappelijke context.
Bibliografische gegevens
Titel: De burn-out paradox: Geschiedenis van een ongrijpbare maatschappijziekte
Auteur: Mattias M. van Hulle
Uitgeverij: VBK – Houtekiet
ISBN: 9052402663, 9789052402666