De grondslag van HRM is gebaseerd op (de inleiding van) de Canon van HRM, Vijftig theorieën over een vakgebied in ontwikkeling. Het boek geeft in vijftig hoofdstukken een overzicht van de meest relevante theorieën en hun grondleggers vanaf het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw. De redactie bestond uit de schrijvers van dit artikel (in het vervolg zullen we dan ook de wij-vorm hanteren). Er is aan meegewerkt door meer dan zestig auteurs, voornamelijk wetenschappers uit Nederland en Vlaanderen. Met de ondertitel wordt aangegeven dat het vakgebied nog steeds volop in ontwikkeling is. Het boek geeft een prachtig overzicht van hoe het vakgebied zich sinds de jaren zestig heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt hier nader op ingegaan.
Auteurs
Willem de Lange is emeritus lector HRM van Avans Hogeschool en zelfstandig onderzoeker; Peggy De Prins is verbonden aan Antwerp Management School en Universiteit Antwerpen, departement Management; Beatrice van der Heijden is verbonden aan Radboud Universiteit; Open Universiteit; Universiteit Gent, Belgie; Hubei University, Wuhan, China en Kingston University, London.
Inleiding
HRM is een multidisciplinaire wetenschap. Sommige theorieën vinden hun oorsprong in de psychologie, andere in de economie of de sociologie. Het vakgebied heeft betrekking op alles rondom ‘de mens in de organisatie’: hoe er leiding wordt gegeven, hoe het werk is verdeeld, welke zeggenschap de medewerker heeft, zijn of haar competenties en ontwikkeling, work-life balance, et cetera, en dan nog tal van operationele zaken als werving en selectie, socialisatie, beloning, waardering – om maar een willekeurige greep te doen uit die volle grabbelton van het personeelsmanagement.
Het is ook een relatief jonge wetenschap. Veelal wordt 1984 aangehouden als het jaar waarin het vakgebied als (min of meer) zelfstandige discipline erkenning verwierf. Niet als verwijzing naar het boek van Orwell, maar omdat in dat jaar twee boeken verschenen die een groot stempel drukten op het ontstaan en de ontwikkeling van het vakgebied, en van de theoretische ontwikkeling in de decennia die daarop volgden – tot nu toe. Het waren Managing Human Assets van Beer, Spector, Lawrence, Mills en Walton en Strategic Human Resource Management van Fombrun, Tichy en Devanna. De daarin ontwikkelde concepten zijn later bekend geworden als respectievelijk het Harvard Model en het Michigan Model, zo vernoemd naar de universiteiten waar deze wetenschappers aan verbonden waren.
Maar de theorievorming is natuurlijk niet pas in 1984 begonnen. Met dit artikel willen wij inzicht geven in de ontwikkeling van het HRM-denken. Uitgangspunt is de vraag: zoals wij vandaag de dag denken over human resource management, waar komt dat gedachtegoed vandaan? Welke concepten en theorieën liggen daaraan ten grondslag?
In de volgende twee paragrafen besteden we aandacht aan de vraag welke theorieën van belang worden geacht voor de ontwikkeling van het moderne HRM-denken (en daarmee hoe wij tot de samenstelling van de Canon zijn gekomen). We lichten allereest toe hoe we tot een selectie van vijftig theorieën en concepten zijn gekomen, en nemen in vogelvlucht de belangrijkste kenmerken daarvan door (zie tabel 1).
Aansluitend wordt het verschil tussen ‘hard’ en ‘zacht’ HRM verduidelijkt. Op basis van de besproken theorieën hebben we het ‘Kernmodel van HRM’ ontwikkeld. Dat wordt weergegeven in Figuur 1 en vervolgens nader toegelicht. We laten zien dat de theorieën niet los gezien kunnen worden van de tijd waarin ze zijn ontwikkeld. Er is dan ook sprake van een duidelijke ontwikkelingslijn, een continuüm. Dat is ook de reden dat de theorieën in chronologische volgorde zijn opgenomen. Ook de sterke verwevenheid tussen theorie en praktijk wordt aangetoond.
Vervolgens zoomen we in op de grondleggers van de theorieën en concepten in ons overzicht. Wat was (of is) hun wetenschappelijke achtergrond? Waar waren (of zijn) zij werkzaam? We laten – in het verlengde van de hiervoor genoemde verwevenheid tussen theorie en praktijk – zien, dat veel wetenschappers tevens werkzaam waren (zijn) als consultants. En dat vrouwen steeds prominenter aanwezig zijn in het vakgebied.
We sluiten af met een (optimistische) blik op de toekomst.
Download hier de volledige pdf |
Of ga naar het overzicht van alle nieuwe artikelen.