Rijnlands organiseren 

Besproken door Willem de Lange

Krakend kwam het economisch vliegwiel tot stilstand in maart 2020, schrijft Jaap Peters in zijn nieuwste boek Rijnlands organiseren. Het is de hoogste tijd om de zaak anders te gaan organiseren. Als je binnen organisaties kijkt naar de werkdruk, op de weg naar de files (die alweer de lengte hebben aangenomen van voor corona) en – op macroniveau – naar de klimaatverandering en de milieu- en stikstofproblematiek, dan kan het niet anders of je moet Peters gelijk geven. We lopen vast met de huidige manier van organiseren. Neem wachtlijsten in de gezondheidszorg; we kampen nog maanden met de naweeën van de pandemie (waarom is dat in België en Duitsland veel minder?). Kennelijk doen we de dingen niet goed.

Peters biedt met het Rijnlands organiseren een alternatief. Dat doet hij niet voor het eerst. Met de aandacht trekkende boeken als Niets nieuws onder de zon (1997), Intensieve menshouderij (2004) en Bij welke reorganisatie werk jij? (2009) timmert hij al meer dan twintig jaar aan de weg. Sprak hij in zijn eerste boeken nog over de organische organisatie, na verloop van tijd kwam daar het Rijnlands model uit voort. Dat model is steeds verder uitgekristalliseerd en dat heeft geresulteerd in dit nieuwste boek.

Voor degenen die Peters al langer volgen is er weinig nieuws onder de zon (om zijn eerste boek te citeren), maar voor wie minder is ingewijd, is het een nuttig boek met nieuwe en state of the art voorbeelden uit de praktijk. Tevens refereert hij – hoe kan het ook anders – regelmatig aan corona en de lessen van de pandemie.

In handen van vakmensen

Voor de minder ingevoerde lezer laat ik nog eens wat kernpunten uit het Rijnlands model de revue passeren, zoals hij dat zelf ook doet in de eerste hoofdstukken. Daarin omschrijft hij de Rijnlandse organisatie als een organisatie die in de handen is van de vakmensen. Het Rijnlands kapitalisme wordt geplaatst tegenover het Angelsaksisch kapitalisme. Het eerste heeft vooral oog voor solidariteit en stakeholders value, het tweede stelt de shareholders value centraal.

In klassieke, hiërarchisch ingerichte  organisaties ligt veel te veel macht bij het management en onvoldoende ruimte en autonomie bij de vakmensen. Het werk wordt bepaald door regels, procedures en protocollen (zie de gezondheidszorg). Echter: “Onze huidige organisatiecontext vraagt om emancipatie van de vakman. (…) hij heeft de professionele ruimte nodig om – uitgaande van de bedoeling – zelfstandig keuzes te maken.” Zelfsturing dus, van individuen en teams. Dat stelt hoge eisen aan het management.

Basisprincipes van Rijnlands organiseren

Peters is allergisch voor managers en ‘regeltjes’; hij spreekt consequent over leidinggevenden en eigen verantwoordelijkheid. Na (in hoofdstuk 4) een aantal voorbeelden uit de praktijk te hebben beschreven, komt hij tot een drietal basisprincipes van Rijnlands organiseren:

  1. het primaire proces is van de inhoudelijke professionals;
  2. de actualiteit van het hier en nu is uitgangspunt; en
  3. een veranderingsproces naar Rijnlands organiseren moet zelf ook Rijnlands zijn.

In grote delen van het boek beschrijft Peters wat er niet goed is aan het traditionele organiseren, zodat je als lezer soms het gevoel krijgt: dat weten we nu wel. Gelukkig wordt hij in hoofdstuk 8 – toch wel wat laat – concreet. Hier geeft hij invulling aan het ‘Canvas Rijnlands organiseren’ en ‘Rijnlands 2.0’. Onder 1.0 wordt begrepen het tijdperk van de kantoorautomatisering en managementinformatiesystemen, in het tijdperk 2.0 zijn relevante gegevens op elk niveau online en direct beschikbaar. In het Canvas wordt antwoord gegeven op twee kernvragen:

  • Wie doet wat?
  • en Hoe stemmen we af?

Bij alles staat de klant centraal. Peters heeft het over een ‘werkgemeenschap’ waar ook de klant deel van uitmaakt. Door niet de (eigen) organisatie als uitgangspunt te nemen, maar de klant, wordt het samenwerken tussen organisaties aanzienlijk eenvoudiger. De ‘voorste linie’, zoals Peters dat noemt (dat zijn de professionals in het primair proces, die veelal met de klant in contact staan) heeft mandaat, ondersteunende diensten zijn er om de voorste linie te helpen. En het bestuur? Dat is er om te zorgen voor ‘intern en extern evenwicht’. In het Rijnlands model is het bestuur vooral faciliterend en dienend.

Niet te veel managementjargon

Het boek Rijnlands organiseren is een mooie nieuwe bouwsteen van het ‘Petersbouwwerk’. Voor degenen die – met Jaap Peters – van mening zijn dat we vastlopen met de huidige manier van organiseren en dat we niet terug moeten naar ‘het oude normaal’ is het een nuttig boek. Goed leesbaar, niet te veel managementjargon, al helemaal niet erg wetenschappelijk (er wordt meer verwezen naar krantenartikelen dan naar wetenschappelijke literatuur), maar wel goed verankerd in de praktijk. En – zoals we Peters kennen – zeer kritisch ten aanzien van de huidige managementpraktijk.

Hij eindigt met de optimistische kreet: De toekomst is Rijnlands. Hoezeer ik het ook zou wensen, ik ben daar nog niet zo zeker van. Want er is een sterke paradox. De shareholders value is nog altijd dominant (en probeer dat maar eens te doorbreken). En wil een organisatie de slag maken naar het Rijnlands model, dan is daarvoor een sterk bestuur nodig, dat het vermogen heeft om ‘los te laten’, macht uit handen te geven, en vooral zichzelf te relativeren. En dát is nou net niet het sterkste punt van ‘managers’.

Bibliografische gegevens

Titel: Rijnlands organiseren
Auteur: Jaap Peters, samen met Jaap Jan Brouwer, Harold Janssen en Matthieu Wegeman
Uitgeverij: Boom Uitgevers Amsterdam (2021)
ISBN: 978-90-2443-912-6