HRM onderzoek: een veranderend landschap
Het oorspronkelijke artikel uit 1998 bood een overzicht van HRM-onderzoek in Nederland, waarbij onderwerpen als arbeidsmarkt, kwaliteit van arbeid en organisatievormgeving werden belicht. Destijds lag de nadruk sterk op institutionele aspecten, vanwege de strikte regelgeving rond arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. Een opvallende conclusie was de fragmentatie van onderzoeksgroepen en de beperkte integratie van HRM in bredere managementbenaderingen.
HRM naar een volwassen vakgebied
Nu, 25 jaar later, tonen De Winne en haar collega’s aan dat HRM een volwassen en dynamisch vakgebied is geworden, zowel in onderwijs als onderzoek. Er vond een verschuiving plaats van institutionele naar organisatorische perspectieven, met een toenemende focus op effecten van HRM op werknemers en organisaties. Een positieve ontwikkeling, maar ook één die nogal wat uitdagingen met zich meebrengt. Denk maar aan de spanning tussen academische rigor en praktijkrelevantie bijvoorbeeld.
Uitdagingen en perspectieven voor de toekomst van HRM
Noodzakelijk voor de toekomst van HRM is multidisciplinair, multi-level en multistakeholder onderzoek, maar ook een bredere benadering van HRM-vraagstukken. Hoewel er dus positieve ontwikkelingen zijn – de focus van werknemers op organisaties en werknemers, maar ook een betere brug tussen theorie en praktijk – waarschuwen de onderzoekers wel voor een té sterke focus op micro- en mesoperspectieven. Dit kan nog wel eens ten koste gaan van bredere maatschappelijke uitdagingen. Maar wat is er dan nodig om deze uitdagingen het hoofd te bieden? De auteurs pleiten voor de inzet van actoren als meer inspanningen van onderzoeksgroepen, tijdschriften, universiteiten en praktijkprofessionals. Deze actoren zullen moeten streven naar een evenwichtige aanpak die zowel theoretische diepgang als praktische relevantie waarborgt. Andere oplossingen zien de auteurs in openheid verschaffen over diverse onderzoeksmethoden en een continue dialoog tussen wetenschap en praktijk.
Auteurs
Sophie De Winne1, Dorien Kooij2, Karina van de Voorde2 en Sasa Batistič2
1 Work and Organisation Studies, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, KU Leuven
2 Department of Human Resource Studies, Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, Universiteit van Tilburg
Download hier de volledige pdf |