Organisaties die zich als duurzaam willen profileren, moeten consistent zijn in hun gedrag en handelingen met betrekking tot de organisatie en het management van arbeid. Wanneer een organisatie deze interne consistentie ontbeert, is deze niet in staat om duurzaamheid uit te dragen. Denken geschiedt in termen van duurzaamheid in drie dimensies: respect, omgevingsbewustzijn en continuïteit. Binnen elk van deze dimensies spelen weer drie fundamentele kernwaarden een belangrijke rol. De eerste waarde is de balans, de ruilrelatie tussen werkgever en werknemer. Deze balans vertaalt zich niet alleen naar een gedegen beloning, maar ook naar arbeidsomstandigheden, arbeidstijden, persoonlijke omstandigheden en ontwikkeling. De tweede kernwaarde ligt in het verlengde van de eerste: vertrouwen. Vertrouwen is iets dat ontstaat door de interactie tussen werkgever en werknemer. Het heeft niet zozeer betrekking op persoonlijke relaties, maar meer op geïnstitutionaliseerde relaties. De laatste kernwaarde is integraliteit van beleid. Omdat beleid ten aanzien van organisatie en arbeid reactief is, ontstaat een onwerkbare lappendeken van beleidsmaatregelen die niet op elkaar aansluiten.