Uitdagingen rond flexibilisering
Het werken bij de overheid verandert. De inzet van personeel verandert onder invloed van het moeten kunnen opvangen van fluctuaties in de dienstverlening, het moeten kunnen beschikken over specifieke expertises of het groeiende belang van efficiëntie in de uitvoering van wettelijke taken, et cetera. De inzet van personeel wordt intern steeds meer geflexibiliseerd, maar er wordt ook een beroep gedaan op extern ingehuurd personeel. Die inhuur is soms omvangrijk, hetgeen bijvoorbeeld geleid heeft tot het hanteren van de zogenaamde Roemernorm voor departementen. Het onderzoek in dit artikel laat zien dat er weinig en beperkt betrouwbare kwantitatieve informatie is over de uiteenlopende vormen van flexibele inzet van personeel, en met name van ingehuurde flexwerkers binnen de publieke sector. Ook de aandacht voor de effecten van flexibilisering is beperkt. Besluiten over de inhuur van extern personeel worden weinig op basis van visies of uitgewerkte organisatiestrategieën gemaakt. In de regel beslissen lijnmanagers over inhuur en hebben HRM-afdelingen alleen een dienstverlenende rol. Die besluitvorming is vaak ad hoc en op basis van impliciete afwegingen. De huidige situatie rond externe inhuur en de blijvende behoefte aan personele flexibiliteit stelt uitdagingen aan de toekomst, en aan de toekomstige rol van HRM.