‘Het is nu de tijd voor excellent en inclusief werkgeverschap’

In mei van dit jaar is Arjen Edzes geïnstalleerd als lector Regionale Arbeidsmarkt aan de Hanze Hogeschool in Groningen. Talent bevindt zich in de regio en de specifieke sectorstructuur en de coördinatie vragen om regionaal maatwerk en regie, zei hij in zijn lectorale rede. We spraken hem over het belang van aandacht voor de regionale arbeidsmarkt.

In jouw lectorale reden verbaas je je erover dat er zo weinig aandacht is voor de regionale arbeidsmarkt, bijvoorbeeld als het gaat om de aanbevelingen die de commissie Borstlap heeft gedaan. Kun je aangeven waarom juist de aandacht voor de regionale arbeidsmarkt zo belangrijk is?
Er zijn 35 arbeidsmarktregio in Nederland, Noord-Nederland kent er bijvoorbeeld drie en er zijn drie belangrijke redenen waarom de regio meer aandacht verdient dan het nu in de landelijke beleidsdiscussies krijgt. In de eerste plaats bevindt het talent zich in de regio: de praktisch, middelbaar en hoger opgeleiden. Wat we weten uit heel veel mobiliteitsonderzoek is dat het zoekgedrag en de reisbereidheid van dit talent over het algemeen beperkt is tot deze regio. Hoe hoger opgeleid, hoe verder men geografisch zoekt. Voor praktisch en middelbaar opgeleiden, toch het grootste deel van de arbeidsmarkt, is de regio het zoekgebied. In de tweede plaats hangt de werkgelegenheid in die regio af van het verdienvermogen van die regio en dat op hangt weer af van de sectorstructuur en de fysieke infrastructuur van onder meer gebouwen, wegen, spoorwegen en havens. Daarin verschillen regio’s en is het verdienvermogen in Gelderland totaal anders dan het verdienvermogen in de Brainport Eindhoven. Wil je dan tot slot het talent verbinden met die werkgelegenheid dan is bestuurlijke en uitvoeringskracht nodig. Van gemeenten, provincies, onderwijsinstellingen en werkgevers- en werknemersorganisaties. Dus ook het coördinerende vermogen om economie, onderwijs en sociale zekerheid met elkaar te verbinden ligt in die regio. Het landelijke arbeidsmarktbeleid is dus veel te generiek omdat de arbeidsmarkt per definitie regionaal is.

Hoe verhoudt die regionale aandacht zich tot de steeds verdere globalisering van de economie en daarmee de arbeidsmarkt?
Dat is een goed punt, want globalisering werkt regionaal verschillend uit qua werkgelegenheid. Een regio als Amsterdam of Brabant is veel gevoeliger voor ontwikkelingen op de wereldmarkt dan bijvoorbeeld Friesland. Dat heeft te maken met de specifieke sectorsamenstelling in regio’s. Het Noorden kent in verhouding een grote zorg- en overheidssector en is daarmee automatisch minder gevoelig voor internationale marktontwikkelingen en conjuncturele schommelingen in tegenstelling tot Amsterdam.

Om op jouw tweede punt terug te komen, die arbeidsmarkt globaliseert alleen voor het topsegment: het toptalent en de internationale kenniswerkers. Maar het betreft slechts een heel klein segment op de arbeidsmarkt. Volgens cijfers van het CBS in 2016-2018 minder dan 5% van de beroepsbevolking. Kijken we naar het onbenutte arbeidspotentieel – vaak werkloos en praktisch opgeleid – dan gaat het om een veelvoud daarvan en deze vallen juist onder verantwoordelijkheid van gemeenten en UWV.

We moeten af van het idee dat na afstuderen de student klaar is

In de rede noem je drie kernelementen voor een goed regionaal arbeidsmarktbeleid: integraliteit en coördinatie, loopbanen, carrières en transities en tenslotte het regionaal arbeidscontract. Kun je deze gebieden kort toelichten en aangeven wat er op deze gebieden zou moeten gebeuren?
Laten we het Leven Lang Ontwikkelen als voorbeeld nemen. De noodzaak daarvoor ontstaat omdat technologische ontwikkelen de veroudering van kennis en vaardigheden versnellen. Op welke wijze dat precies gebeurt en hoe we werknemers en werkzoekenden kunnen ondersteunen zodat ze bijblijven, wordt momenteel in verschillende gremia onderzocht. Daarbij is het natuurlijk van belang dat onderwijsinstellingen – publiek dan wel privaat – en werkgevers met elkaar in gesprek gaan, leerarrangementen bedenken en de leercultuur bevorderen. Dat leidt tot twee conclusies. In de eerste plaats moeten we af van het idee dat na afstuderen de student klaar is en hij of zij nooit meer bijgeschoold hoeft te worden. Vandaar het idee om loopbanen centraal te stellen. De tweede conclusie is dat de regio de plaats is waar het gesprek moet plaatsvinden. Immers, daar bevinden zich de onderwijsaanbieders en de werkgevers. Vandaar de noodzaak voor verbinding tussen economie, onderwijs en participatie.

Het regionaal arbeidscontract is een proefballonnetje. Het suggereert eigenlijk dat net als in het strategisch personeelsbeleid, regionaal beleid zich zou moeten richten op loopbanen. We zouden het ook Regionaal Resource Management kunnen noemen. Of Regionale Duurzame Inzetbaarheid. Immers, waarom denkt een groot bedrijf wel na over de lange termijn inzetbaarheid van haar personeel aan de hand van de taken die moeten gebeuren, maar een regio niet? Op dit moment zijn gemeenten en onderwijsinstellingen nog vooral gericht op de snelle en doelmatige match op de arbeidsmarkt.

Om invulling te geven aan een regionale arbeidsmarkt is er sterke coördinatie nodig tussen verschillende actoren zoals de provincie, de gemeente, vakbonden, werkgevers, opleiders, etc. Je benoemt in de rede dat de belangen van deze actoren niet altijd overeenkomen. Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze partijen bij elkaar komen en tot duurzame oplossingen komen?
We hebben in Nederland een lange traditie van bestuurlijke overleggen, regionale platforms en regionaal polderen. Deze samenwerking komt soms tot stand doordat de rijksoverheid dat stimuleert en met financiën ondersteunt, bijvoorbeeld in regionale mobiliteitsteams of regionale werkkamers. Soms komt de samenwerking tot stand doordat partijen elkaar in de regio weten te vinden. Het probleem is vaak dat deze regionale samenwerkingsverbanden geen uitvoeringskracht hebben omdat de financiën en uitvoeringsverantwoordelijkheid bij de individuele organisaties ligt. Zo werken de gemeenten samen in arbeidsmarktregio’s met vakbonden en werkgevers, en maken daar afspraken over van alles en nog wat. Maar de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de Participatiewet blijft bij de gemeente liggen, want zij betalen immers de uitkeringen.

Er ligt een belangrijk verband tussen de woningmarkt en de arbeidsmarkt

Wat is de rol van het lectoraat hierin?
Als kennispartner nemen wij deel aan verschillende bestuurlijke en professionele overleggen in de regio om het arbeidsmarktbeleid en de human capital agenda’s mee vorm te geven. Als onderzoekers monitoren we arbeidsmarktprojecten zodat we ook weten welke interventies in de praktijk werken en welke niet.

We voeren momenteel een groot regionaal project uit onder de naam Talent in de Regio (www.talentinderegio.com). Hierbij werken we in drie sporen. Samen met de universiteit ontwikkelen we een talentmonitor zodat we loopbanen en leven lang ontwikkelen in de regio kunnen monitoren. We ontwikkelen ook carrière-  en matchingtool om skills- georiënteerd werkzoekenden en studenten te kunnen matchen aan de vraag van werkgevers. De onderliggende database gebruiken we dan weer voor onderzoek. En tot slot werken we aan een kennisinfrastructuur met promotieplaatsen, leergemeenschappen en onderzoek naar leercultuur.

Wordt een deel van de uitdaging niet al automatisch ingevuld door de intrede van hybride werken, de huisvestingsproblematiek in Nederland en het tekort aan arbeid?
Er ligt een belangrijk verband tussen de woningmarkt en de arbeidsmarkt. Over het algemeen werken mensen namelijk op pendelafstand van hun woonplaats. Hybride werken en thuiswerken, aangespoord door de coronacrisis, hebben laten zien dat in sommige sectoren de fysieke afstand makkelijk kan worden overbrugd door online te vergaderen. Dat is positief en maakt mensen veel flexibeler in waar ze wonen en werken. De andere kant is ook waar. Door de crisis op de woningmarkt zijn veel mensen juist nog meer gebonden aan hun woonplek en als ze al willen zouden ze niet makkelijk kunnen verhuizen. Ook zien we dat veel mensen na de coronacrisis weer in hun oude routine vervallen om zoveel mogelijk weer naar hun werkplek te reizen.

Welke oproep zou je willen doen aan werkgevers, vakbonden, opleiders en andere actoren?
Zorg voor niet vrijblijvende regionale samenwerking. Gebruik de huidige tijd van personele schaarste om te innoveren. Het is nu de tijd voor excellent en inclusief werkgeverschap. Zonder dat predicaat zal het moeilijk worden om aan goed personeel te komen en verliezen werkgevers hun marktpositie.

Een belangrijke randvoorwaarden om te komen tot effectief regionaal arbeidsmarktbeleid is samenwerking. Ik heb begrepen dat je in een band speelt en dus weet hoe belangrijk het is om op elkaar ingespeeld te zijn. Wat kunnen alle actoren leren vanuit de muziekwereld?
Dat het niet altijd makkelijk is om de juiste compositie, structuur en harmonie te vinden, maar dat wanneer je genoeg oefent, om de zoveel tijd bijleert, gedisciplineerd blijft en veel samenspeelt, uiteindelijk fraaie muziek de oren zal verwennen.