Petra Biemans

Druk, druk, druk. Of het nu om leerlingen op de basisschool gaat, om pubers in het voortgezet onderwijs, om studenten of om werknemers: iedereen is druk. Stress is een landelijke epidemie geworden: Eén op de zeven werknemers heeft last van burn-outklachten (Volkskrant, 4 januari 2019), driekwart van de jongeren (scholieren en studenten) heeft stress en burn-out klachten (NRC, 7 april 2018) en één op de 10 Nederlanders slikt slaap- of kalmeringsmiddelen. En de oorzaak? Stress!

Stress is het nieuwe roken én het nieuwe zitten gecombineerd. Het is heel ongezond en je kunt er zelfs aan doodgaan. Jeffrey Pfeffer heeft berekend dat er in de Verenigde Staten jaarlijks ongeveer 120.000 mensen sterven aan ‘work-related issues’, met stress als belangrijkste ‘issue’ (Pfeffer, 2018). De kosten voor werkgevers die hiermee gepaard gaan worden door hem geschat op maar liefst 300 biljoen dollar per jaar. Alles goed doorgerekend, nog beter onderbouwd en gepubliceerd in peer-reviewed tijdschriften. Dus veel redenen om te twijfelen aan zijn cijfers, zijn er niet.

Pfeffer spreekt van een ‘toxic workplace’ als grote boosdoener van alle stress. De top 10 stressoren bestaat uit:

1. Werkloos zijn of (dreigen te) worden.
2. Geen ziektekostenverzekering hebben.
3. Werken in ploegendiensten/wisselende arbeidstijden.
4. Veel werkuren maken.
5. BaanONzekerheid.
6. Werk-privé ONbalans.
7. Geringe autonomie.
8. Veeleisend werk (bijv. tempo, verantwoordelijkheid).
9. Weinig sociale ondersteuning.
10. Werken in een omgeving waarin ‘oneerlijke besluiten’ worden genomen.

Nu hoor ik iedereen denken: Tja, dat is Amerika. Bij ons valt het allemaal wel mee. Dat klopt. We scoren veel en veel beter in vergelijking tot de VS. Hoeveel mensen bij ons sterven, dat weten we niet. Maar ook bij ons is het burn-out wat de klok slaat, met hoge kosten voor werkgevers en maatschappij als gevolg. De kosten van werkgerelateerd verzuim, arbeidsongeschiktheid en zorgkosten bedragen bij elkaar bijna 9 miljard euro per jaar (TNO Monitor arbeid, 2019). En ja, wij hebben dan wel een verplichte ziektekostenverzekering, die, in verhouding tot de VS, zeer betaalbaar is, maar bij ons zijn ook genoeg mensen die het eigen risico niet of nauwelijks kunnen ophoesten en daardoor soms minder zorg krijgen dan ze nodig hebben. Want ook in Nederland is het aan de onderkant van de arbeidsmarkt geen pretje. Nog nooit waren er zoveel ‘werkende armen’. Die groep groeit gestaag sinds de jaren negentig en bedroeg in 2014 maar liefst 320.000, 5,3% van de werkenden (SCP, 3 oktober 2018). Laten we een paar ‘toxic’ factoren nader beschouwen in onze Nederlandse context.

Werken in ploegendiensten/wisselende arbeidstijden

In de zorg en ook in fabrieken al jaren heel gewoon. Ook weten we al jaren dat onregelmatige werktijden niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Onlangs interviewden we een aantal medewerksters in de zorg. En wat blijkt? De oplopende tekorten in de zorg creëren extra druk op de zittende medewerkers: de diensten worden noodgedwongen ‘ongezonder’ geroosterd, met minder rusttijden tussendoor. De inhuur van ZZP-ers, wat noodgedwongen gebeurt, lost dit niet op. Het is niet alleen duurder, maar ZZP-ers kiezen vaak ook de ‘krenten uit de pap’: de betere werktijden én zo min mogelijk administratieve taken. Het gevolg voor de vaste medewerkers laat zich raden.

BaanONzekerheid

Ook een factor met als resultaat veel stress. Baanonzekerheid is niet alleen te wijten aan de economische crises die we achter de rug hebben, maar ook aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt. De ‘gig economie’ bevordert baanonzekerheid, stelt Pfeffer en daar kun je het alleen maar mee eens zijn. Taxichauffeurs bij Uber komen alleen door slim te rijden en veel uren te maken aan een redelijk inkomen (van Bergeijk, 2018). Bij Deliveroo hebben ze alle medewerkers ‘omgekat’ naar ZZP-ers, waar lang niet iedereen blij mee is. En in de magazijnen van Bol. com te Waalwijk, is niemand in dienst van de grootste webwinkel van Nederland. Er zitten twee tot drie tussenlagen tussen de inpakkers en de web gigant, die er allemaal aan verdienen. De inpakkers zelf zijn veelal uitzendkrachten, waarvan de roosters onzeker zijn, per dag nog kunnen worden aangepast, zodat je nooit zeker weet wanneer je werkt en hoeveel je verdient (De Volkskrant, 29 december 2018). Zo veel mogelijk uren maken en niet ziek worden is dan het devies. Of banen combineren. In Nederland combineren ca. 600.000 mensen twee of meer banen. En één derde daarvan doet dat niet uit luxe maar uit noodzaak (SER, 16 maart 2018).

Geringe autonomie

Een onderwerp waar veel onderzoek naar is gedaan. Elke keer komt er weer hetzelfde uit: weinig autonomie leidt tot minder arbeidsvreugde en meer stress. Ook daar stond het afgelopen jaar het nodige over in de pers: buschauffeurs die staken voor een plaspauze. Er is nu in de CAO vastgelegd dat ze elke 2,5 uur kunnen plassen (De Volkskrant, 2 juli 2018). Althans, in minimaal 82,5 procent van alle diensten kunnen ze om de 2,5 uur naar de wc, zo staat in de CAO Streekvervoer. In maximaal 17,5 procent van alle diensten moeten de buschauffeurs een half uur langer hun plas ophouden (Nauta, 2018). En over plassen gesproken: in sommige callcenters, wordt er zo krap geroosterd dat niet meer dan één medewerker tegelijkertijd naar het toilet kan. Daarom is er, net als op de kleuterschool, een systeem met een plasketting ingevoerd. En bij anderen mag je maximaal 10 minuten per dag plassen, anders wordt dat gekort op je loon. En die tijd? Ja, die wordt echt gemeten (AD, 5 september 2018). Maar ook bij een als groen en hip bedrijf als Picnic zit het niet snor met de autonomie. Er wordt dan wel gereden in kekke elektrische wagentjes die CO2 arm je boodschappen bezorgen, maar hoe er met de medewerkers wordt omgegaan, dat is een ander verhaal: een hoog verloop, je krijgt minder betaald dan je collega’s bij AH of Jumbo en er is geen toeslag voor onregelmatige uren. De targets worden steeds naar boven bijgesteld en op een scorebord wordt bijgehouden wie het snelst en wie het traagst werkt. Je krijg bovendien een kruisje achter je naam als je ziek meldt of buiten je schuld (treinstoring) te laat komt (Trouw, 15 december 2018). Toch een heel ander beeld dan hun site doet vermoeden: “Na het werk en in de pauze gezellig samen hangen in de playroom” en “Je doet afwisselend werk en blijft lekker in beweging” (www.picnic.nl).

Dat moet toch anders kunnen zou je denken! De tiende factor in het rijtje van Pfeffer heeft de oplossing eigenlijk al in zich. Want veel van bovenstaande voorbeelden zijn te herleiden naar……. managementbesluiten! Wie kan de plasketting afschaffen? De arbeidsvoorwaarden van Uber taxichauffeurs, Deliveroo bezorgers en Picnic orderpickers verbeteren? Wie kan hun ‘kruisjessysteem’ opheffen en er voor zorgen dat de opslag die nu naar de tussenschakels van Bol.com gaat, direct ten goede komt aan de medewerkers die voor Bol.com het geld verdienen? Wie kan beslissen dat chauffeurs en callcenter medewerkers gewoon én betaald kunnen plassen? Juist: het management. Appeltje-eitje zou je zeggen. Gewoon anders regelen: herontwerp van takenpakketten met meer autonomie (dat was in de vorige eeuw overigens een HR-specialisme), en mensen een fatsoenlijk pakket aan arbeidsvoorwaarden bieden. Dat moet in een tijd van economische bloei en krapte op de arbeidsmarkt toch mogelijk zijn? Met in de organisatie minder nadruk op shareholdersvalue en meer op stakeholdersvalue, met bredere KPI’s die naast financiële ook op human aspecten en de langere termijn gericht zijn.

En wie zou het op de organisatie-agenda kunnen – en naar mijn mening ook moeten – zetten? De HR manager! Dus: waar zijn ze? de HR managers van Uber, Van Bol.com, van Deliveroo en van Picnic? Zitten die wellicht te slapen? Of hebben ze als business partner alleen oog voor de ‘Resources en Management’-kant van het vak en niet meer voor de Human in HRM? Zijn ze inmiddels zo Business geworden? Het is stil….. Zo simpel is het kennelijk niet….