Voorkeuren van medewerkers en beïnvloeding door de organisatie
Artikel
Editie 2007, nr. 2
Ans de Vos, Koen Dewettinck, Dirk Buyens
Subjectieve indicatoren op het gebied van loopbaansucces worden belangrijker dan de objectieve indicatoren. Onder subjectieve indicatoren worden onder meer het bieden van leerkansen, erkenning door peers en het toenemende gebruik van competenties verstaan. De objectieve indicatoren hebben weer vooral betrekking op status, inkomen en hiërarchie. De subjectieve indicatoren worden ook wel laterale of horizontale loopbaanpaden genoemd. Door meer gebruik te maken van deze horizontale loopbaanpaden kan er op de interne arbeidsmarkt meer mobiliteit gecreëerd worden. Dat komt omdat iemand niet per se meer verdient, maar wel meer competenties opbouwt of van baan verandert binnen het bedrijf. In de praktijk echter houden veel bedrijven vast aan verticale loopbaanpaden als status, inkomen en hiërarchie. Dat neemt niet weg dat de subjectieve indicatoren wel belangrijker worden. De interne arbeidsmarkt is immers van invloed op de ontwikkeling van loopbaanperspectieven. De werknemer kan zelf aan zijn loopbaan werken, maar vaker gebeurt dit vanuit de organisatie zelf. Door als bedrijf echter de subjectieve indicatoren te stimuleren, kan de interne mobiliteit tussen afdelingen en niveaus veel beter tot stand komen. Bovendien doet de werknemer zo voldoende ervaring op voor een betere functie.
Meer lezen? Download hier de pdf.
Of zoek verder in de database.