Rolf Blankemeijer, Ritchie de Blieck, Joep Bolweg, Rob Vinke
Editie 2012, nr. 4
Wat zou het toch heerlijk zijn als er een krachtige causale relatie bestond tussen de kwaliteit van HRM en het organisatieresultaat. De status van HRM-wetenschappers is in dat beeld dan hoog, HRM-onderzoeksbudgetten zijn gemakkelijk te verwerven, de deuren van de directiekamers staan altijd open voor HRM-managers, HRM-adviseurs zijn sterk betrokken bij strategische adviezen en bij kabinetsbeleid spelen HRM-experts samen met de CPB-economen een doorslaggevende rol. Alles bij elkaar een betere wereld door HRM, waarin HRM bij vele maatschappelijke en organisatorische vraag-stukken vanzelfsprekend de lead gegeven wordt. Dit alles is mogelijk omdat de mens als krachtige motor achter het succes van organisaties wordt gezien. Maar helaas, deze droom komt niet overeen met de barre werkelijkheid, waarin HRM-managers, wetenschappers en adviseurs zich vooral moeten troosten met de gedachte dat performance zou verbeteren als er beter naar hen geluisterd zou worden.
Of zoek verder in de database.